Op twee hectare land van een gangbaar akkerbouwbedrijf aan de Zwijnsweg in Ens is de eerste oogst binnengehaald van het project Akker van de Toekomst. “Bewust gangbaar om aan te tonen dat je ook daar landbouw kunt bedrijven met doelstellingen op milieugebied”, vertelt projectleider Digni van den Dries.
De Akker van de Toekomst is voortgekomen uit het project ‘Lasting Fields’, gericht op de ontwikkeling van lichte, gerobotiseerde landbouwmachines. In het project de Akker van de Toekomst worden deze machines in combinatie met onbereden beddenteelt en strokenteelt getest en gedemonstreerd. Het project is vervolgens ondergebracht bij de werkgroep voedselpioniers van de Pioniers van de Toekomst om de samenleving te informeren en erbij te betrekken. “Tussen gangbaar en biologisch bestaat kennelijk nog een te groot cultuurverschil”, weet Van den Dries, zelf al dertig jaar biologische boer. “Maar we bemerken wat betreft de Akker van Toekomst nu al meer belangstelling vanuit de gangbare landbouw. Mensen zijn nieuwsgierig of dit haalbaar is.”
Mengteelt
De betrokken agrariërs zijn zelf ook nieuwsgierig. “Het is nog geen gelopen race. Dit is het eerste jaar en daar leren wij ook heel veel van.” Aardappels, uien en rode bieten en tarwe en haver vermengd met veldbonen en lupine wisselden elkaar in herhaling af in stroken van drie meter breed. De initiatiefnemers hebben negen doelen beschreven en negen middelen om die doelen te behalen. Een van de doelen is de afhankelijkheid van kunstmest aanzienlijk verlagen. “Dat is eigenlijk alleen maar mogelijk als je vlinderbloemigen gaat telen, maar die leveren niet zo veel op. Klaver bijvoorbeeld is hoofdzakelijk geschikt als groenbemester. Maar veldbonen en lupine zijn wel vlinderbloemigen waar geld voor betaald wordt. En in mengteelt met graan gaat het eiwitgehalte van het graankorreltje ook nog eens omhoog, waardoor je een betere bakkwaliteit krijgt.” Granen vermengd met lupine- en veldbonen laten zich na de oogst makkelijk scheiden, maar de mengteelt heeft echter ook nadelen. “Er wordt al wel tien jaar geëxperimenteerd met mengteelten, maar het ideale mengsel is nog niet gevonden. Dit was een redelijke oogst, maar veldbonen en lupine zijn later dan tarwe, dus die tarwe moest langer staan. Er wordt dus gezocht naar vroegere lupine en veldbonen, zodat ze tegelijk met het graan rijp zijn.”
Groenbemester
Om alle doelen te bereiken is een combinatie van maatregelen nodig. “Dus niet alleen maar strokenteelt, of alleen onbereden beddenteelt, of alleen maar lichte werktuigen. Het voortdurend groen houden van de grond is dan ook heel belangrijk. Als je een gewas geoogst hebt, zitten er nog allemaal voedingstoffen in de bodem, zoals stikstofnitraat. Alle vrije voedingsstoffen die zouden kunnen uitspoelen, worden door zo’n groenbemester opgenomen en over de winter heengetild.” Het gebruik van chemische middelen en kunstmest wordt hiermee teruggedrongen. “Kunstmest wordt gehaald uit mijnen en stikstofkunstmest wordt gemaakt uit fossiele brandstof. Stikstofverwerking is een enorm energievretend proces, terwijl die vlinderbloemigen het gratis doen.”
Natuurlijke plaagbestrijding
Minimaal gebruik van chemische middelen, betekent ook amper uitspoel van chemische middelen. “Wij willen een bijdrage leveren aan de natuur, zodat die zich beter kan ontwikkelen op landbouwbedrijven. Want er is een enorme kaalslag gekomen op het gebied van insecten en vogels.” Langs de randen van de Akker van de Toekomst is tevens daarom een strook met meerjarige kruiden ingezaaid, bedoeld als overlevingsreservoir voor insecten. “Iedere plaag heeft z’n plaag. Als er bladluizen komen in de bieten, dan hebben de granen dat al gehad, dus kunnen de lieveheersbeestjes zo naar de bieten overstappen. Op een gegeven moment als alle gewassen geoogst zijn, trekt de bladluis zich terug in de kruidenstrook, maar ook de plaag van de bladluis.” De kruidenstrook bestaat uit een mengsel van wel vijftien soorten. “Een bewust mengsel, maar het was dit jaar lastig om alle kruiden boven te krijgen. Het wordt dus wel een keer gemaaid, om nieuwe groei te krijgen.”
Onbereden bedden
De gewasverzorging - schoffelen, kunstmest strooien, spuiten en eggen - is afgelopen seizoen gedaan door een voor het project ontwikkelde en nog in ontwikkeling zijnde lichte machine. Van den Dries noemt het ‘een werktuigdrager’. “Een heel licht soort trekker die netjes over de baantjes rijdt. De leverancier eist nu nog dat er iemand op de machine meerijdt, maar hij kan het in principe alleen.” De manier van oogsten is zo aangepast dat ook de bedden onbereden blijven. “Dat is op zich een doorbraak. Zo’n systeem van rijpaden bestaat al langer, maar tijdens het oogsten werd vaak alles weer platgereden. In het kader van dit project hebben we een oogstmechaniek ontwikkeld, waardoor die machine alleen nog maar op de rijpaden rijdt.”
NOP BOX
De eerste oogst van de Akker van de Toekomst wordt vrijwel geheel gewijd aan de NOP BOX. De NOP BOX is een nieuw initiatief van de Pioniers van de Toekomst, bedoeld om seizoens- en streekgroenten te promoten. Van den Dries: “Wat wij met de Akker van de Toekomst willen laten zien is, dat je met de mogelijkheden die mechanisatie biedt landbouwkundig veel kunt bereiken op het gebied van duurzaamheid. Dat zal een iets hogere kostprijs tot gevolg hebben, dus moet je de samenleving meenemen in je verhaal, want die moet bereid zijn die iets hogere kostprijs op te brengen. Je krijgt de landbouw die je wilt eten, maar je kunt niet alleen de consument verantwoordelijk houden, het is ook het systeem die dat bevorderd heeft. Wil je dus dingen veranderen, dan moet je iedereen meenemen.”
Doelstellingen Akker van de Toekomst:
- minimaal gebruik gewasbeschermingsmiddelen (90% vermindering)
- laag energieverbruik (>40% vermindering)
- geen gebruik van fosfaat en kalium in kunstmestvorm
- minimaal gebruik N in kunstmestvorm (max. 30kg per ha. per jr.)
- minimalisering van verliezen van mineralen naar het milieu (drainwater voldoet aan drinkwaterkwaliteit v.w.b. N)
- laag waterverbruik (voldoet aan meetlat die nu ontwikkeld wordt)
- natuurvriendelijk (binnen de context van een productiebedrijf), (voldoet aan definitie die nu ontwikkeld wordt)
- emissieloos en residuvrij telen
- geen substantiële verhoging van de kostprijs (<10%)
In te zetten middelen:
- strokenteelt
- onbereden beddenteelt
- zo licht mogelijke (geautomatiseerde) werktuigen (m.n. in de groeifase van het gewas)
- de grond blijft zo lang mogelijk ‘groen’
- vruchtwisseling met minimaal 5 gewassen waarvan 2 maaigewassen
- maximaal gebruik van natuurlijke eigenschappen van gewassen en onderlinge natuurlijk interacties tussen gewassen
- gebruik van compost en mest
- op de helft van het areaal worden op 2 rooivruchten (uien en aardappelen) driptape geïnstalleerd (feitelijk om te bezien of er opbrengsten blijven liggen; de potentie van het systeem te bepalen)
- precisietechnieken