“Trots? Best wel!”, reageert Van den Dries op de vraag hoe hij tegen de ontwikkeling van Voedselbos Emmeloord aankijkt. In september vorig jaar werden met groot materieel de zieke essen verwijderd. “Het moet altijd eerst raar worden, voor het mooi wordt”, reageerde de projectleiding toen op de kaalslag. Van den Dries erkent nu: “Ik zag er toen wel tegenop”, maar vervolgt enthousiast: “Als ik nu zie hoe het zich in korte tijd ontwikkeld heeft, dan heb ik er alle vertrouwen in dat het hele project slaagt. Er is door een vaste groep vrijwilligers hard gewerkt en de natuur doet de rest.”
Het vrij toegankelijke voedselbos wordt aangelegd in een hoek van het Emmelerbos ten noordoosten van het IVN-gebouw. Het zal uiteindelijk een oppervlakte van zes hectare beslaan. Inmiddels is tweederde van de oppervlakte omgevormd. Van den Dries vormt samen met Arend Netjes en Truus Vlaming de stuurgroep van Voedselbos Emmeloord. Het project is ondergebracht bij de stichting Pioniers van de Toekomst en wordt gedragen en mee uitgevoerd door onder meer Aeres Emmeloord, IVN en stichting Landschapsbeheer Flevoland. Het praktische werk wordt vrijwel volledig door vrijwilligers gedaan. Doelstelling is dat de samenleving het voedselbos omarmt.
Van bos naar voedselbos
Een volledig ontwikkeld voedselbos is in evenwicht (permacultuur). Zo’n bos bestaat uit verschillende lagen: hoge bomen en laagstambomen, struiken, kruiden, klimplanten, bodembedekkers en wortelgewassen, oever- en waterplanten en paddenstoelen en bodemschimmels. De uitdaging van Voedselbos Emmeloord is gelegen in het omvormen van een bestaand loofbomenbos naar een voedselbos. Gezonde bomen en struiken blijven staan. Met respect voor het bestaande bodemleven, worden daartussen - en op de ontstane open plekken door kap van zieke essen - vruchtdragende bomen en struiken en andere eetbare gewassen geplant. “Wat we van de lagen tot nu toe hebben ingericht zijn hoge bomen, lage bomen en struiken”, laten Van den Dries en Vlaming in een rondleiding zien. “Nu gaan we kijken waar zich niches voordoen waar we het beste kruiden, kruipers of klimmers kunnen planten.”
Leerproces
In de aanloopperiode ontwierpen studenten van Aeres MBO een plantplan. “Een blauwdruk waarmee we aan de slag konden, maar inmiddels hebben we veel ervaring opgedaan. We leren het bos kennen en ontdekken wat waar het beste groeit”. Van den Dries wijst naar een omheinde weide, waar her en der loofbomen zijn blijven staan en waar fruitbomen zijn aangeplant. Schapen of andere grazers worden geacht de overige vegetatie kort te houden. “Deze boomgaard hadden we eerst niet bedacht, maar je ziet dat de weilandachtige vegetatie het op deze plek heel goed doet.” Vlaming attendeert op braakliggende stukken aan de noordkant van het IVN-gebouw. “Die zijn tijdens de kap zo vastgereden dat we er nu eerst maar laten groeien wat er groeit. Een van de ideeën is om hier een soort volkstuintjes te creëren. Als er een nieuwe groep vrijwilligers komt die daar wat in ziet, dan hebben ze hier de ruimte.”
Van de takken van de gerooide bomen zijn houtwallen gemaakt als afscheiding langs het achterliggende fietspad. “Daar tegenaan hebben we voedselproducerende struiken geplant, zoals rozenbottels, wege- en sleedoorn en kornoelje. Die geven bessen voor zowel vogels als mensen.” Speels aangelegde houtsnipperpaadjes leiden wandelaars dwars door de vegetatie. In de stinzentuin hebben de bolgewasjes, zoals het blauwe druifje en lelietje-van-dalen, zich tot volgend voorjaar teruggetrokken. “Tijdens een publieksactiviteit zijn hier achtduizend bolletjes de grond ingegaan. Het idee is dat zolang de bomen nog niet in blad zitten, de stinzenplanten zon krijgen. Zij geven de vroegste bloei en doen hun fase van de cyclus. De bloemen trekken insecten aan, het begin van de voedselketen.” Iets verderop staat een breed lint paarse bloemetjes over een fikse lengte uitbundig te bloeien. “Dit was een pad dat nodig was om de gekapte bomen af te voeren. De grond was helemaal vastgereden. Die heeft Arend op een goed moment losgetrokken en ingezaaid met Phaecelia, een bloem waar bijen gek op zijn. En kijk nu eens wat een bloei!”
Strokenteelt
Op een open plek met nu nog uitzicht op de Muntweg, staan rijen fruitbomen keurig in gelid. Het perceel is bedoeld voor strokenlandbouw, maar de stroken tussen de bomen lijken aan de natuur te zijn overgegeven. Wat er staat is echter bewust ingezaaid. “Er staat dit jaar alleen maar groenbemester om de grond te verbeteren, zoals boekweit, gele mosterd en klaver. En luzerne en sorghum, omdat die diep wortelen en dus de grond losmaken.” Tussen de bomen zijn Russische smeerwortels gezet. “Ook bedoeld voor bemesting”, licht Vlaming toe, “het zijn ontzettend krachtige bloeiers die veel blad geven. Het is onze bedoeling om daarmee te gaan mulchen. Tussen de rijen groenten leg je een laag van die bladeren. Dat is tegen onkruid en het zorgt er tevens voor dat de grond niet uitdroogt. Smeerwortel haalt daarnaast kalium uit de grond. Dus wanneer je die bladeren vervolgens op de grond legt, bemest je de grond”. Van den Dries vult aan: “Het is bovendien een mooie bloeier. De blauwpaarsige bloemen trekken veel insecten aan”.
Het perceel strokenteelt is bedoeld om aandacht te vragen voor deze natuurvriendelijke vorm van landbouw. De laagstamfruitbomen - in meerderheid peer en appel - dragen opvallend genoeg nog geen vrucht. “We hebben een enorm droog voorjaar gehad en de jonge aanplant heeft het daardoor niet makkelijk. We hebben daarom bewust de vruchtbeginselen verwijderd, zodat alle kracht naar de bomen gaat. Dat is een algemene techniek om fruitbomen aan te laten slaan.” Volgend jaar mogen de bomen wel vruchten dragen, “maar we hebben besloten dat in tegenstelling tot de rest van het voedselbos hier niet vrijelijk kan worden geoogst”. Het perceel dient namelijk ook een praktisch doel: “Dit is een stukje voedselbos waar de nadruk op productie komt te liggen. Hier willen we in de toekomst inkomsten mee genereren om het hele voedselbos te kunnen blijven onderhouden”.
Voor mens en dier
Alle overige vruchtdragende gewassen en eetbare planten zijn voor algemeen gebruik. Begin juli zijn de zwarte en rode bessen en jostabessen - kruising zwarte bes met kruisbes - rijp. Het is te zien dat vogels zich te goed hebben gedaan aan de rode bessen, “maar mensen moeten zich ook vrij voelen om overal van te plukken”, benadrukken de projectleiders. “Dit bos is bedoeld om mensen in nauw contact te brengen met de natuur. Pluk een paar handen vol bessen om zo op te eten of neem ze mee om jam van te maken. Zolang men er maar geen handel mee gaat drijven.”
Het is duidelijk dat de braamstruiken veel vruchten gaan opleveren. Vrijwilligers zijn echter ook in de weer om overtollige wildgroei tegen te gaan. “Dit bos is ijzerrijk, dus zowel bramen als brandnetels dreigen dominant te worden. Vooral nu ze meer licht hebben gekregen.” Dat vraagt ook een stukje acceptatie. “Als we er voor zorgen dat de heesters en bomen die we geplant hebben zich vrij kunnen ontwikkelen, zullen zij daar uiteindelijk gaan overheersen. Maar op andere plekken moet je accepteren dat brandnetels de overhand hebben. Het is ondoenlijk om alles bij te houden. Brandnetels zijn bovendien waardplanten voor bepaalde insecten. En speerdistels en kaardebollen, die nu overal opschieten omdat ze licht krijgen, zijn ook prachtig om te zien!”
De officiële opening van Voedselbos Emmeloord had eerder dit jaar al zullen plaatsvinden, maar is vanwege de coronamaatregelen uitgesteld tot na de zomer. De opening gaat gepaard met de onthulling van een informatiebord bij de ingang van het voedselbos aan de Sportlaan. In het bos zelf komen informatiebordjes met QR-codes te staan bij planten en bomen.